De Limburgers doen het
De nieuwe gerechtelijke structuur is sinds 1 april 2014 in werking. De nieuwe voorzitters van de op provinciaal niveau georganiseerde rechtbanken van eerste aanleg hebben inmiddels hun plaats gevonden in de nieuwe structuur. De arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel zijn nu op het niveau van het ressort georganiseerd en ook die gevolgen worden merkbaar. Dat bleek vorige week nog.
De nieuwe besparingsmaatregelen maken dat er geen rechters worden benoemd als 90 procent van de functies ingevuld zijn, maar die rekening wordt gemaakt op het niveau van de hele rechtbank en niet op het niveau van de afdeling. De Gentse plaatsvervangers bij de rechtbank van koophandel wilden dan ook niet langer opdraven voor magistraten die niet benoemd zullen worden. Het toont heel concreet aan dat het afdelingsniveau steeds minder relevant wordt.
Alles evolueert nu dan ook ontzettend snel, althans naar de normen van justitie. De mobiliteit van de magistraten (waarbij ze ook in andere afdelingen zetelen) komt nu volop op gang. Hier en daar is er ook een mobiliteit van dossiers, waarbij - voorlopig nog met akkoord van partijen - zaken van de ene afdeling worden doorgeschoven naar een andere afdeling. De vroegere indeling van de oude arrondissementen worden daarmee steeds onbeduidender.
De balie had tot voor de hervorming dezelfde structuur als de rechterlijke orde. In elk van de 14 Vlaamse arrondissementen was er ook een balie met een eigen stafhouder. Wanneer advocaten het hadden over het Mexicaans leger bij justitie, behoorden daar ook een schare baliebazen bij. Bij de hertekening van het gerechtelijk landschap koos de wetgever er voor om de balies zelf te laten beslissen. De toenmalige minister van Justitie had juist ingeschat dat ze de balies beter niet betrok in de hervorming als ze wilde vermijden dat de balies anders voor verdere vertraging zouden zorgen in de totstandkoming van de wet. Het lijkt evident dat de balies zich op dezelfde manier organiseren als de rechtbanken. Dat is echter voor vele lokale balies (en hun stafhouders) ook nu nog onbespreekbaar.
Toen ik vorig jaar als kandidaat-voorzitter van de OVB het aandurfde om te stellen dat die lokale balies dan toch minstens intens moeten samenwerken om met één stem te spreken tegenover de voorzitters van de rechtbanken, waren de reacties hevig en emotioneel en sommige stafhouders schuwden daarbij de slagen onder de gordel niet. Het was alsof er hoogverraad werd gepleegd. Argumenten van efficiëntie, noodzakelijke schaalvergroting en daarmee gepaarde gaande verdere professionalisering van de organisatie van het beroep zorgden enkel voor nog meer emoties en een sterker afwijzingsfront. De huidige OVBvoorzitter Dominique Matthys, die nochtans niet bekend staat om zijn revolutionaire ideeën, moest het zelf vaststellen in zijn toespraak in het advocatenparlement op 23 september. Ik citeer: ‘Advocaten en hun balies zijn conservatief, hoorde ik onlangs nog bevestigen op een vergadering van de commissie stafhouders. Ik zou het zelf nog minder voorzichtig uitdrukken en zeggen dat advocaten en hun balies onvergeeflijk conservatief zijn.’
Uit de mond van de altijd voorzichtige Dominique Matthys is dat een onthutsende, maar juiste, vaststelling. Tegen die achtergrond verdient de op til zijnde fusie van de balies van Hasselt en Tongeren (samen goed voor ongeveer 1000 advocaten) de nodige aandacht. De Hasseltse stafhouder Dirk Van Coppenolle stelde bij zijn aantreden dat zijn mandaat pas een succes zou zijn als hij binnen zijn tweejarig mandaat de fusie zou rond hebben. Hij trad in functie op 1 september 2014 en al op 7 november 2014 besliste de Raad van de Orde van Hasselt om fusiegesprekken aan te gaan met de balie van Tongeren, om te komen tot één baliestructuur voor het gerechtelijk arrondissement Limburg.
Op 6 november vond de - allicht - laatste openingsconferentie plaats in Tongeren. De Raad van de Orde van Tongeren organiseerde vorige week een referendum onder alle leden van de balie. Met een ruime meerderheid van 77,5 procent gaf de balie een mandaat aan de stafhouder om de praktische modaliteiten van de fusie verder te onderhandelen. Stafhouder Erik Schellingen was op de openingsconferentie zichtbaar opgelucht en gelukkig en riep zijn balie op ‘het verleden te koesteren, maar hoopvol naar de toekomst te kijken’.
Als er niets onverwachts misloopt, zal dus op 1 september 2016 de eerste stafhouder van de balie van Limburg in functie treden. De Limburgers schrijven daarmee in Vlaanderen geschiedenis. Hopelijk doet dit ook anderen inzien dat de balie zich niet kan blijven wentelen in de zelfgenoegzaamheid van het status quo. De lokale balies hebben al lang geen regulerende bevoegdheid meer en in de contacten met de magistratuur (waarbij de stafhouder het aanspreekpunt is van de voorzitters van de rechtbank) verliest de balie aan slagkracht door uit verschillende monden te spreken. Dat hebben de Limburgers ingezien.
Nu de rest van Vlaanderen nog.